smallekamp facebook smallekamp twitter smallekamp youtube

 

Na de bevruchting neemt de noot snel in omvang toe en bereikt na ca. 3 maanden de uiteindelijke grootte. De snelste groei vindt plaats tot hal juli, daarna vertraagd het tempo omdat de schaal zich gaat vormen, wat veel bouwstoffen vraagt. Dit duurt tot eind juli. De uiteindelijke grootte van de noot is bereikt en de kernvorming vangt aan, wat een maand duurt. Daarna gaan de tussenschotten verhouten.

 Begin oktober begint de binnenkant van de bolster zo te veranderen, dat ze niet meer aan de schaal hecht. Wanneer het weefsel tussen bolster en schaal helemaal bruin is en het kernvlies nog licht dan is de noot rijp. De bolster splijt en de noot valt er uit. Gemiddeld gebeurt dit rond medio oktober.

opengaande walnootWalnoot01klein

 

De walnoot is eenhuizig, dus met mannelijke en vrouwelijke vruchten gescheiden aan 1 boom. De mannelijke bloemen zitten op katjes die ca. 10-11 cm lang zijn. Elk katje telt 100 tot 160 bloemen. De onderste bloemen op het katje zijn het grootst. Iedere mannelijke bloem heeft een schutblad, bloembekleedselen en een variërend aantal meeldraden.. de grotere bloemen onder aan het katje hebben de meeste meeldraden. Elke meeldraad bevat zo’n 1800 stuifmeelkorrels. Iedere boom kan dus ontelbaar vele stuifmeelkorrels produceren, hetgeen nodig is omdat de walnoot een windbestuiver is en er dus veel stuifmeel verloren gaat.         

De katjes worden al in de zomer en de herfst voorafgaande aan de bloei in het daarop volgende jaar aangelegd. Het zijn kegelvormige kropachtige structuren in de bladoksels.De temperatuur heeft grote invloed op de ontwikkeling van de katjes in het voorjaar. Warm weer versnelt de groei, koude vertraagt de ontwikkeling. De mannelijke bloeiperiode kan daardoor per jaar verschillen. Strenge (nacht)vorst vernietigt de katjes en storm kan de katjes van de boom blazen.De katjes verschijnen bij de veredelde rassen na 3-4 jaar. Het stuifmeel van een boom komt in 8-14 dagen vrij, het meeste stuifmeel in een periode van 5-6 dagen. Bij warm weer duurt deze bloeiperiode nog korter. Het vrijgekomen stuifmeel is 2-3 dagen kiemkrachtig. De vrouwelijke bloemen worden later aangelegd dan de mannelijke en bevinden zich in knoppen aan het eind van de1-jarige twijgen. De knop bevat 1 tot 3 vrouwelijke bloemen en een beginsel voor een gebladerde scheut. De vrouwelijk heeft een omwindsel van schutblad en twee voorbladen en is vergroeid met de bloembekleedselen. Het vruchtbeginsel is bekroond met een tweelobbige stempel en bestaat uit twee vruchtbladen. Het stempel heeft vele plooien en daardoor een groot oppervlak, noodzakelijk bij windbestuiving.

De mannelijke aren en vrouwelijke bloem van de Juglans regia 'Chiara'

Chiara in bloei

De schadelijkste bacterie ziekte is bacteriebrand (Xanthomonas Juglandis). De bacterie tast knoppen, vruchten, bladeren en scheuten aan. De boom gaat er niet aan ten gronde, maar de oogstderving is zeer aanzienlijk. Het is te herkennen door bruine, later zwarte vlekken op bladeren en bolsters. De ziekte wordt via stuifmeel overgebracht. Het is daarom zaak ook de bomen in de naaste omgeving in de gaten te houden.De bacteriebrand tast ook de gemengde knoppen aan, waardoor ook de oogst in het volgende jaar wordt bedreigd. Niet alle rassen zijn gevoelig voor bacteriebrand. 

Bacteriebrand treedt vooral op hoge luchtvochtigheid, regen en warmte (tussen de 16 en 29 graden) en sterke groei (jonge bomen!) Ook veel stikstof en water zijn ongunstige factoren.  Alle aangetaste noten verwijderen en de kankers in de boom wegknippen.

In vroeger dagen werd de bestrijding in notengaarden wel gedaan met koperxychloride, een schadelijke stof waarbij het middel erger is dan de kwaal.

Gebruik zo min mogelijk (chemische) bestrijdingsmiddelen, een ondergrond van gras is geschikt om de biologische bescherming te bevorderen, zorg voor een afwisseling in de flora rond de boomgaarden en de aanwezigheid van lokale fauna ( bijen, kevers, vleermuizen sluipwespen) Ziektes worden voorkomen door ieder jaar de afgevallen bladeren, takken en bolsters te verzamelen en te verbranden. Hetzelfde geldt voor snoeihout. Een schone ondergrond voorkomt ziektes en plagen. Onkruid vrij houden van de boomspiegel kan hier ook een gunstige uitwerking op hebben.

Het is ook mogelijk stalmest te gebruiken. Ervaring leert dat 7 ton stalmest per ha. de behoefte aan kali en fosfaat dekt. Voor de stikstof behoefte is 12 tot 15 ton stalmest nodig. Men gebruikt de stalmest om het jaar en vult in het tussenliggende jaar de stikstofbehoefte aan met kunstmest. Stalmest is een goede leverancier van de voornaamste mineralen en het verhoogt bovendien het gehalte van organische stof van de grond. Voor walnoten moet dit gehalte tussen de 2 en 4% liggen. Stalmest is echter zeer variabel van samenstelling en daardoor kunnen de meststofconcentraties ook zeer schommelen.

Bladvlekkenziekte geeft op zowel de bovenzijde als wel de onderzijde van het blad zwarte vlekken. Aangetast blad vergeelt en valt er af.Ook de scheuten en bolsters kunnen bruine vlekken krijgen. Nat lenteweer bevordert deze bladvlekkenziekte.
Het beste is om het gevallen blad te ruimen en af te voeren.

De Walnootgalmijt ook wel genoemd de okkernotenviltmijt kan zorgen voor holle bobbels op het blad, aan de onderzijde van het blad zijn harige structuren te zien. Grote schade veroorzaken deze mijten niet. Er is niet veel aan te doen om dit te voorkomen. De mijten zijn kleiner dan 0.1 mm en om te overwinteren kruipen ze in de knoppen om vervolgens in het vroege voorjaar de nieuwe bladeren weer aan te vallen.

De Wintervlinder zit in de zomer in de grond en tijdens de eerste nachtvorsten komen ze uit de grond en kruipt het vrouwtje de boom in om te wachten op een mannetje die haar ophaald om in de lucht te bevruchten. Daarna zet het mannetje haar weer keurig af in de boom waar ze twee uur eerder is opgepikt.
Even later legt ze eitjes rond de nieuw te vormen knoppen.
In het voorjaar komen er spanrupsjes uit die de knoppen en het eerste blad opvreten.
Om dit te voorkomen kan er in september rond de stam en evntuele boompaal lijmbanden worden opgehangen.

 De Walnootboorvlieg komt ook steeds vaker voor. Deze vlieg legt eitjes in de bolster. Het larfje eet de bolsster en zorgt dat ook de noot niet verder ontwikkeld en verrot.

Mocht u deze aantreffen dan horen we dat graag van u zodat we de verspreiding in de gaten kunnen houden.

https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=22912