De walnoot groeit op vele grondsoorten, maar groeit het beste op vruchtbare, goed waterdoorlatende, diept bewortelbare grond met veel humus. De walnoot is kalkminnend. De optimale zuurgraad van de grond ligt tussen pH 6,5 en 7,5. De tolerantie ligt tussen pH 5,5, en 8,5. Vooral voor de opbouw van de schaal hebben de bomen veel kalk nodig. De walnoot vergt minimaal 80 cm doorwortelbare grond.De grond moet voor de aanplant van jonge walnotenbomen worden bewerkt. Eventuele ondoordringbare lagen dienen te worden gebroken door diepploegen. de grond moet goed worden gemest met organische stof of stalmest. Om wortelziekten te voorkomen geen walnotenbomen planten direct na bosontginning. Wacht een jaar of drie en verwijder alle oude wortelresten.
Grasland moet minimaal een halfjaar voor aanplant worden gescheurd en ondergewerkt om het gras goed te laten verteren. Doe je dit niet dan slaan de jonge bomen moeilijk aan.
De Smallekamp kan eventueel voor u grondmonsters laten analyseren en bemestingsadvies voorschrijven.